Saturday, May 29, 2021

Nederland Droogteland



    Voorpagina
    Nieuws & Achtergrond
    Columns & Opinie
    Uitgelicht
    Wetenschap
    Mensen
    Beter Leven
    Cultuur & Media
    Foto
    Economie
    Sport

OpinieWateroverlast
Opinie: En woesjjj, daar pompen we al dat kostbare water weg

Al dat water uit de Alpen dat onze dijken onder druk zet, kunnen we beter opslaan, omdat we over een paar maanden weer met droogte kampen door klimaatverandering, bepleit René Didde.
René Didde4 februari 2021, 18:51
De Waalkade in Nijmegen. De stevige regenval en sneeuwsmelt in Zuid-Duitsland zorgt voor een flinke stijging van het waterpeil. Beeld ANP
De Waalkade in Nijmegen. De stevige regenval en sneeuwsmelt in Zuid-Duitsland zorgt voor een flinke stijging van het waterpeil.Beeld ANP

Dit weekend stijgt de afvoer van de Rijn tot 7.000 kubieke meter per seconde. Het waterpeil van de hoofdkraan van Nederland rijst tot de kolossale hoogte van 15 meter boven NAP. Zo hoog komt het zelden. Elk jaar stromen de uiterwaarden in februari wel onder door regenval en het eerste smeltwater van sneeuw uit de lagere Alpen. Klimaatverandering en de hogere temperatuur bevorderen de kans op extreme regenval en dito hoog water. Een medewerker van Rijkswaterstaat toonde deze week op het NOS Journaal trots hoe de stuw bij Driel de watervracht niet naar het IJsselmeer voert, maar linea recta naar zee. ‘Want anders hebben we een probleem’, zegt de verslaggeefster monter. ‘Nederland is goed voorbereid.’

Over een paar maanden kampen we mogelijk met de keerzijde van hetzelfde klimaatprobleem: de toenemende kans op langere perioden van extreme droogte. Door gebrek aan regen en aan smeltwater van de dan al verdwenen sneeuw kan de afvoer van de Rijn zo laag zijn dat Rijkswaterstaat, en in hun kielzog de waterschappen, provincies en gemeenten dan een moord doen voor een luttele 10 procent van de nu weggevoerde vracht.
Immens belang

De Rijn is immers van immens belang voor de Nederlandse zoetwatervoorziening. Elke liter die bij Lobith binnenkomt, kunnen de ingenieurs bijna door heel het land sturen.

Mits er genoeg is. In tijden van droogte is bijvoorbeeld 700 kubieke meter per seconde nodig om de Nieuwe Waterweg door te spoelen om verzilting te bestrijden. Boomkwekers en siertelers in Boskoop zijn daardoor gevrijwaard van indringend zeewater en opkwellend zout grondwater. Drinkwaterbedrijven als PWN hebben schreeuwende behoefte aan IJsselmeerwater om Noord-Holland van voldoende leidingwater te voorzien. De kanalen en vaarten ten noorden van de Rijn moeten tjokvol zitten om de beregeningsinstallaties van de boeren tot ver in Groningen te voeden.

Kunnen we met de actuele hoogwaterpiek niet iets zinvollers doen dan domweg wegpompen naar zee? Ja, dat kan. Zonder de illusie te wekken dat we die hele huidige zondvloed kunnen bergen voor droge tijden. Dijken zouden overstromen, de badkuip van de Betuwe zou overlopen en het water zou over de rand van het IJsselmeer delen van Friesland en Noord-Holland onder water zetten.
Ondergrond

Boven de grond ontbreekt de ruimte in Nederland. De ondergrond is echter een nog goeddeels onontgonnen terrein voor opslag. Het teveel aan water dat valt als we het niet nodig hebben, kunnen we daar ‘parkeren’ om het langer uit te zingen als we er een tekort aan hebben.

Het Rijnwater zou voor een deel in zandgronden kunnen infiltreren. We pompen al meer dan honderd jaar gezuiverd rivierwater in de duinen. Dat kan op meer plaatsen. Er liggen mogelijkheden om Rijnwater in de Sallandse Heuvelrug te brengen, waar het langzaam kan zinken in de zandgrond en grondwaterreserves aanvult.

De natuur, de boeren en drinkwaterbedrijf Vitens kunnen dit water gebruiken in tijden van droogte, zo blijkt uit een studie.
Enorme zandbak

Een ander spectaculair idee is om overtollig rivierwater naar de Veluwe te brengen. De enorme zandbak kan een slordige 300 miljoen kubieke meter bergen, blijkt uit berekeningen van kennisinstituut Deltares. Die hoeveelheid is ongeveer het quotum dat Vitens nu jaarlijks op honderd plaatsen uit de diepe ondergrond oppompt.

Naast deze grootschalige mogelijkheden, liggen er ook dicht bij huis kansen in de bodem. Gemeenten op de droge zandgronden in het oosten en zuiden kunnen water in de bodem bergen. Maar ook in het zompige westen en noorden zouden gemeenten lokaal de zoetwaterbellen onder de veenpakketten beter in kaart kunnen brengen en vol zetten met rivierwater (en in de zomer met het water uit tropische hoosbuien). Het vermindert de overlast van rivier- en regenwater, gaat bodemdaling tegen en kan verdere verzakking van huizen en wegen voorkomen.

Laat de huidige wateroverlast een startpunt zijn voor proeven met benutting van de ondergrond.

René Didde is journalist en auteur van het boek Nederland Droogteland dat dit voorjaar verschijnt bij uitgeverij Lias.





‘Omgaan met droogte: Hou vast dat water!’
René Didde Wageningen World 20 september 2020   

Snel water afvoeren zit in het Nederlandse DNA. Maar steeds vaker kampt ons land met droogteperioden. Water vasthouden is daarom tegenwoordig minstens zo belangrijk. Er wordt volop geëxperimenteerd met methoden waar zowel de boeren als de natuur baat bij hebben. ‘Het is zoeken naar een nieuw evenwicht tussen nat en droog.’

Droogte is een serieus probleem geworden in Nederland. In 2018 was zelfs in zompig West-Nederland het gras geel door gebrek aan neerslag.

Boeren hadden minder inkomsten door geringe oogsten en moesten voer bijkopen voor hun koeien, en ook de natuur kwijnde weg. Om voldoende water te leveren, moesten drinkwaterbedrijven meer grondwater oppompen dan hun vergunning toeliet.

Door de extreem lage waterstand konden binnenvaartschepen slechts half beladen over de Waal en de IJssel.

Ook 2019 was droog, vooral op de hoge zandgronden, die ongeveer een derde van Nederland beslaan. Daar kan maar heel beperkt water uit Rijn en Maas worden aangevoerd, waardoor deze gebieden afhankelijk zijn van in de winter opgeslagen water in de bodem en van de regen in voorjaar en zomer. Als regen uitblijft, treden er problemen op voor de natuur en in de landbouw.

En al is 2020 nog niet voorbij, er wordt toch gesproken van ‘het derde droge jaar op rij’.

Al in april moesten de boeren beregenen en brandde 800 hectare van natuurgebied Deurnese Peel af. Bewoners van drie dorpen werden geëvacueerd. Nog voor de zomer goed en wel was begonnen, stonden sloten en beken op de zandgronden droog. En dat terwijl de winter nat was, met februari zelfs als natste maand sinds het begin van de meteorologische metingen.

Het Nederlandse waterbeheer is van oudsher gericht op ‘droge voeten’ en het afvoeren van water. Nu moeten we ernstig aan de bak om water te bufferen om tijden van droogte beter door te komen, zo vinden experts.

We moeten bijvoorbeeld op de hoge zandgronden meer water vasthouden om droogte te bestrijden’, vindt Petra Hellegers, hoogleraar Water Resources Management in Wageningen. ‘Dat gebeurt al steeds meer door stuwtjes te plaatsen. Het grondwaterpeil stijgt, waardoor zowel landbouw als natuur beter wordt bediend.’

Daarbij botsen soms de belangen van landbouw en natuur, ziet Hellegers, bijvoorbeeld als die zich vlak bij elkaar bevinden. ‘Het is een politiek vraagstuk: hoe moeten we het water in tijden van droogte goed beheren?

Waar moet het water naar de natuur en waar kan het naar de landbouw? Zitten ze vlak bij elkaar, dan is maatwerk nodig. Het is een kwetsbare balans. Ik ben erg voorstander van het poldermodel van de waterschappen.

Zowel boeren als natuurorganisaties en bedrijven zijn er in vertegenwoordigd.’
ODE AAN DE REGENWORM

In verschillende projecten onderzoekt Wageningen met betrokkenen hoe de waterhuishouding zo te verbeteren is dat zowel natuur en recreatie als landbouw beter bestand zijn tegen droge periodes. Zo is de afgelopen vier jaar op de hoge zandgronden in Oost- en Zuid-Nederland ervaring opgedaan met het verbeteren van de bodem en de waterhuishouding binnen het onderzoeksprogramma Lumbricus. In het project participeren diverse onderzoekers van verschillende disciplines in Wageningen, maar ook deskundigen van de Universiteit Twente, de Radboud Universiteit Nijmegen, het Louis Bolk Instituut en adviesbureau KnowH20. Ook de waterkennisinstituten Deltares en KWR doen mee. Het totale budget bedraagt 8 miljoen euro, grotendeels opgebracht door de kennisinstellingen en waterschappen, en met 2 miljoen euro mede gefinancierd door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

‘De basis voor verbetering is de bodem’, zegt Bas Worm, strategisch adviseur bij waterschap Vechtstromen, dat zich uitstrekt over  heuvelachtige zandgronden, keileem en hoogveenrestanten in Overijssel en Drenthe.

Worm is de geestelijk vader van Lumbricus.

‘In 2015 zag ik zes aparte onderzoeksvoorstellen binnenkomen, zoals een slimme stuw, teelt van het dieper wortelende rietzwenkgras, bevordering van het bodemleven waardoor water beter wordt vastgehouden en innovatieve vormen van drainage. Waarom onderzoeken we ze niet in samenhang met elkaar in een deel van ons stroomgebied, dacht ik. Dan kunnen we zien of deze maatregelen elkaar versterken of misschien tegenwerken.’

Met een knipoog naar Worms achternaam, kwam het waterschap op de projectnaam Lumbricus – Latijn voor regenworm – het dier dat door zijn ondergrondse gewoel het bodemleven verrijkt, gewassen in staat stelt dieper te wortelen en regenwater dieper in de bodem laat zijgen.
ZANDSUPPLETIE

Een van de onderzoekslocaties van het project ligt in Stegeren, in de buurt van Ommen.

Daar loopt de Overijsselse Vecht, een flinke beek met een aardig verval. Water vasthouden door de stroomsnelheid te vertragen, een gangbare aanpassing, is daar nog een lastige opgave, vertelt Worm. ‘Dat moet gebeuren zonder de aanleg van nieuwe stuwen, want de beek moet bevaarbaar blijven vanwege de recreatie.’ Een van de onderzoeksprojecten behelsde daarom de aanleg van een nevengeul en het uitvoeren van een zandsuppletie. ‘Als een soort kleine variant van de bekende Zandmotor voor de kust, zet de beek dat zand zelf af, waardoor de beekbodem omhoog komt, de stroomsnelheid afneemt en het waterpeil stijgt.’ Ook door de oevers minder te maaien, waardoor de vegetatie gedijt, kan de stroomsnelheid afnemen.

Al is het rapport met de resultaten van de onderzoekers van Deltares nog niet gereed, wel is duidelijk dat ze op basis van dronewaarnemingen en lasertechnieken een verandering zien van het profiel van de beek, met meer variaties en overgangen tussen diep en ondiep. Worm: ‘Dat biedt kansen voor de natuur, maar ook voor de landbouw in tijden van droogte. Aan de andere kant: deze maatregel kan in de winter en het voorjaar ook tot wateroverlast leiden voor boeren onderin het beekdal. Het is zoeken naar een nieuw evenwicht tussen nat en droog.’
OPBLAASBARE SKIPPYBAL

Volgens Lumbricus-deelprojectleider Mirjam Hack-ten Broeke is de verbetering van de grootschalige waterhuishouding zoals bij de proef in de Vecht een zaak van de lange adem. Wat meer direct werkt, is als de landgebruikers in het gebied meer regenwater vasthouden. ‘En wel in de haarvaten van het watersysteem, dus in slootjes en stroompjes, liefst zo hoog mogelijk’, zegt Hack, teamleider Bodem, Water en Landgebruik van Wageningen Environmental Research.

Dat hoeft niet met dure en onderhoudsgevoelige stuwen te gebeuren. Het kan ook met eenvoudige middelen zoals duikerafsluitingen, drainages dichtzetten of een boerenstuwtje verhogen met een plankje.

Watergangen afsluiten kan ook met een bigbag of een opblaasbare skippybal. Bij deze laatste noviteit wordt lucht in een grote rubberbal gepompt, waarmee boeren in overleg met het waterschap duikers in de sloten afsluiten. Moeten ze het land op, of neemt de overlast bij stortbuien te veel toe, dan laten ze de bal leeglopen en stroomt het water weg. De maatregelen om water vast te houden, staan dan de afvoer bij extreme wateroverlast zoals bij onweersbuien of langdurige winterregen niet in de weg.

‘Door het vastgehouden regenwater op de zandgronden in de bodem te laten infiltreren, bereikt de neerslag het grondwater en vul je die voorraden aan’, zegt Hack.


OMGEKEERDE DRAINAGE

Een andere manier voor grondgebruikers om meer regenwater vast te houden is via de drainagebuizen. Zeven boeren experimenteren ermee in het Lumbricus-project.

Ruud Bartholomeus van wateronderzoeksinstituut KWR volgt samen met KnowH2O de proeven met zogeheten klimaatadaptieve drainage op de voet. ‘Daarbij gebruik je de drainagebuizen niet alleen om in natte omstandigheden water af te voeren, maar ook om het daarna vast te houden in sloten en aangelegde putten’, legt Bartholomeus uit. Veelbelovend is ook de omgekeerde drainage of ‘subirrigatie’. De boer pompt dan in tijden van droogte water terug in zijn drainagesysteem en naar zijn gewassen.

In een van de proeven in Stegeren wordt op die manier oppervlaktewater in het perceel gebracht door een pomp die werkt op twee zonnepanelen met een accu. Bartholomeus: ‘Doordat water direct ondergronds bij de wortels van het gewas komt, gaat er geen water verloren, zoals bij bovengrondse beregeningsinstallaties.’ En het kan ’s nachts plaatsvinden. ‘De boer kan op bed blijven liggen en hij hoeft niet met grote haspels door zijn gewas of grasland’, aldus Bartholomeus, Wagenings alumnus en voor een dag in de week aangesteld bij de leerstoelgroep Bodemfysica en landbeheer.

Hij benadrukt dat er nog veel vragen zijn.

‘Krijg je in geval van hoogteverschillen het drainagewater dicht genoeg bij de wortels van het gewas; werkt het bij alle teelten?’

Bartholomeus onderzoekt ook verschillende bronnen voor subirrigatie. Het systeem kan gebruikmaken van drainagewater van lager gelegen natte percelen, van oppervlaktewater uit de regio, of van ondiep grondwater – van 5 tot 8 meter diep.

Er is zelfs een proef gaande waarbij een boer gezuiverd water van een rioolwaterzuiveringsinstallatie op zijn percelen brengt.

‘We kijken goed naar de effecten van al deze maatregelen en we schatten de gevolgen in voor onder meer de aanpalende natuur’, vertelt Bartholomeus. ‘Het beslag op het grondwater in droogteperioden vermindert als overvloedig water langer wordt vastgehouden, bijvoorbeeld door winterneerslag op de zandgronden zoveel mogelijk in de bodem te infiltreren. Zowel landbouw als natuur kan daarvan profiteren.’


POMPEN

Een van de deelnemende boeren is melkveehouder Robert Geertman. ‘Ik pomp het water van een nat perceel nu niet naar de sloot, maar naar een hoger gelegen droog perceel’, zegt Geertman, die 110 koeien en 60 stuks jongvee weidt op ruim 56 hectare. De proef vindt plaats op bijna 3 hectare van zijn 30 hectare grote huiskavel. ‘De afvoer van water van het natte perceel verloopt prima, maar ik krijg het water nog niet ver genoeg de hoge kavel op’, zegt hij. Toch houdt hij vol. ‘Ik moet wel’, zegt hij. ‘Het klimaat verandert.

Wil ik blijven boeren, en mijn twee kinderen ook, dan moeten we ons aanpassen. Ik hoop dat we hier kunnen blijven. De natuur hier aan de Vecht is prachtig mooi. Dat is belangrijk. Landbouw hoeft geen tien op het rapport, en de natuur ook niet. Ik denk dat we met de maatregelen van Lumbricus allebei met een ruime zeven naast elkaar kunnen bestaan.’

Dit najaar komen de resultaten beschikbaar van de proeven in Stegeren en van de zuidelijke proeflocatie bij Horst. Er is geëxperimenteerd met stuwtjes en infiltratie, maar ook met bevordering van het bodemleven door woelende regenwormen, met aanbrengen van compost en met dieper wortelend rietzwenkgras in plaats van raaigras.

Hack vertelt dat verhoging van het organischestofgehalte in de bodem weliswaar goed is voor het bodemleven en de bodemvruchtbaarheid, maar dat de fameuze sponswerking van de bodem – het watervasthoudend vermogen – er in Nederland niet noemenswaardig door verbetert. ‘Toch zingt al jaren rond dat compost een goed antwoord is op droogte.’

De onderzoekers hebben de meetresultaten van de waterhuishoudkundige condities gebruikt om de WaterWijzer Landbouw te testen en verder te verbeteren. ‘Daarmee kun je het effect van maatregelen op de gewasopbrengst kwantificeren, op basis van informatie over hydrologie en bodem. Boeren en waterschap zien bijvoorbeeld hoeveel minder opbrengstderving ze kunnen verwachten als ze subirrigatie toepassen’, aldus Hack.

Voor de natuur is de WaterWijzer Natuur beschikbaar. ‘Daarmee kunnen waterschappen en natuurorganisaties vaststellen of de waterhuishouding aansluit bij de natuurdoelen die voor een bepaald gebied zijn opgesteld.

Welke vegetatietypen zijn kansrijk en wat betekent een wijziging van de waterhuishouding bijvoorbeeld voor droogtestress, zuurstofstress en zuurgraad.’


KENNIS VERSPREIDEN

Hoewel Lumbricus nog niet is afgerond, is dit voorjaar al het vervolgproject Klimaatadaptatie in de Praktijk (KLIMAP), van start gegaan. ‘We moeten de opgedane kennis uit de lokale voorbeeldprojecten verspreiden naar alle gebruikers in de regio’, vertelt KLIMAP-projectleider Myrjam de Graaf van Wageningen Environmental Research.

Aan het programma doen naast het kennisconsortium van Lumbricus zeven waterschappen en de provincies, Gelderland, Noord-Brabant en Limburg mee.

‘Waterschappen en provincies kunnen nagaan of hun huidige beleid en maatregelen tegen de droogte volstaan of dat er aanpassingen nodig zijn.’ Het programma loopt tot 2024. Het budget van 6,5 miljoen euro wordt voor de helft gefinancierd door de topsector Agri & Food en de topsector Water & Maritiem. De andere helft door waterschappen, provincies en enkele bedrijven. De Graaf, die dertien jaar voor waterschap Limburg werkte, wil met KLIMAP bijdragen aan een inrichting van het landelijk gebied die beter bestand is tegen klimaatverandering, zowel voor perioden van droogte als bij extreme wateroverlast. Ook zij denkt dat de maatregelen zowel landbouw als natuur kunnen dienen. Maar, zegt ze, op termijn zou ook kunnen blijken dat de ruimtelijke inrichting moet veranderen, dat de landbouw zich moet aanpassen. ‘Mogelijk kan een bepaalde functie niet meer op de oude manier plaatsvinden. Het zou bijvoorbeeld tot andere teelten en andere verdienmodellen voor de boeren kunnen leiden. Als we het neerslagoverschot in de winter in een beekdal willen vasthouden om droge perioden beter door te komen, dan kan een gevoelige teelt als asperges, lelies of bomenkweek beter uit dat beekdal worden verplaatst’, denkt De Graaf. ‘Want in de winter worden de percelen daar te nat, en in droge perioden vragen juist die teelten veel water. Uiteraard gaan wij als onderzoekers niet over dergelijke beslissingen, maar we willen wel handvatten daarvoor aanleveren.’

> Bekijk dit stuk online als [PDF]
Berichtnavigatie
Vorige Vorig bericht: ‘Delfland verbeeldt waterrisico’s’
Volgende Volgend bericht: ‘Beter omgaan met extreem droog weer’
Nederland Droogteland
LAATSTE NIEUWS

    Auteur te gast bij NPO Radio 1
    29 mei 2021
    René bij kick-off Droogte Challenge
    17 mei 2021
    Auteur in jury Droogte Challenge
    23 april 2021
    René spreekt bij ‘Energie en Grondstoffenfabriek’
    22 april 2021

Meer nieuws →
RECENSIES & INTERVIEWS

    Diverse aanbevelingen
    29 mei 2021
    Waterforum Magazine
    29 mei 2021
    De Blauwe Kamer
    28 mei 2021
    Klimaatweb
    6 mei 2021
    Water Governance
    30 april 2021

Meer recensies →
KRANTENKNIPSELS

    ‘En woesjjj, daar pompen we al dat kostbare water weg’
    De Volkskrant
    4 februari 2021
    ‘Beter omgaan met extreem droog weer’
    Binnenlands Bestuur
    7 oktober 2020
    ‘Omgaan met droogte: Hou vast dat water!’
    Wageningen World
    20 september 2020
    ‘Beter bestand tegen droogte’
    Binnenlands Bestuur
    22 mei 2019
    ‘Boeren versus buitenlui’
    Binnenlands Bestuur
    23 januari 2019
    ‘Sparen voor de droogte: gebruik de bodem als watertank’
    De Volkskrant
    7 december 2018

Meer knipsels →
Zoek op de site
Zoeken naar:
Nederland Droogteland

ISBN 9789088031205
€19,99
176 pagina’s
Uitgever: Lias B.V.
Omslag: Nico Richter (↧)
Volg ons: @NLdroogteland
Bestellen

Het boek kan online worden besteld, ook via onafhankelijke  boekhandels in Nederland.
→ Zoek boekhandel
Contact

De auteur is beschikbaar voor interviews, lezingen en presentaties.
Voor inlichtingen:

info@nederlanddroogteland.nl

© 2021 René Didde

Website: Bird’s Eye





     
De droogte te lijf
Panorama van verandering

Vorige week interviewde ik voor een boek over Europese landschapsarchitectuur de Franse landschapsarchitect Michel Desvigne. Onderwerp van gesprek was zijn langdurige betrokkenheid bij de ruimtelijke ontwikkeling van de stadsregio Euralens, een oude mijnstreek in het noorden van Frankrijk. Sinds 2010 zijn ze daar op zoek naar een hernieuwd perspectief om de teloorgang die met de sluiting van de mijnindustrie was ingezet een halt toe te roepen.

Desvigne, ontwerper van onder meer een stadspark in Detroit en de herinrichting van de oude haven in Marseille, vertelde me dat de oplossing in Euralens voor het oprapen lag. In het kantoor van de burgemeester van de stad Lens, met uitzicht op de omgeving, zag hij de sleutel liggen om de regio uit het slop te trekken. Op een luchtfoto wees hij me op de verlaten mijngebieden, de overwoekerde puinbergen, de vele restruimtes en fabrieksterreinen die de afgelopen decennia waren omgevormd tot park, verwilderd tot natuur of gewoonweg achtergelaten – of, zoals Desvigne het omschreef, ‘verboden en onbeminde enclaves in een zee van stadscentra, arbeiderswijken en infrastructuur’.

Voor de landschapsarchitect was het meteen duidelijk wat er moest gebeuren. Hij gaf de vergeten ruimtes en groene achterkanten – die in een andere situatie zomaar waren volgebouwd – weer de status van ‘landschap’.

Door ze via een fijnmazig netwerk van cavaliers (oude dijken, spoorrails) met elkaar te verbinden, schiep Desvigne een parksysteem dat niet alleen een legitiem raamwerk biedt voor nieuwe ontwikkelingen (zoals woningbouw), maar de mensen ook weer toegang geeft tot het landschap dat ze onbewust waren vergeten.

Voor mij was het een bevestiging dat landschapsarchitectuur een discipline is van weinig doen en subtiel ingrijpen. Een professie die in bestaande structuren kwaliteiten ziet die voor anderen ongezien blijven. In zekere zin geldt dit ook voor het in dit e-zine gepresenteerde ontwerp voor de Vlietzone tussen Den Haag en Rijswijk. De parels lager er al – landgoed, oude polder –; het was vooral een kwestie van de juiste verbindingen leggen. Toevallig zinspeelt columnist Tom Struyf over iets vergelijkbaars. In zijn tweede bijdrage ziet hij het niemandsland van ongebruikte snelwegen bij het Brusselse vliegveld Zaventem uitgroeit tot een ecologische verbinding en een aangename verblijfsruimte. Het enige wat je hoeft te doen is, aldus Tom, een sleuf in het asfalt maken en het gras laten groeien.

Mark Hendriks, hoofdredacteur



De droogte te lijf
Je zou het niet zeggen als je dezer dagen naar buiten moet, maar Nederland kampte de afgelopen zomers met een ongekende droogte. Je lijkt hier met recht te kunnen spreken van een transitie: Nederland Droogteland heet dan ook het boek van wetenschapsjournalist René Didde (Uitgeverij Lias, € 19,99).

Met zijn vlotte, journalistieke pen en jarenlange ervaring als schrijver over milieu, klimaat, landbouw en droogte, fileert Didde het probleem van vele kanten en inventariseert hij de uiteenlopende problemen die droogte veroorzaakt in Nederland – denk aan verzilting, bodemdaling, problemen voor de binnenvaart en drink- en grondwaterschaarste. Voor de meer ingevoerde lezer gaat Didde soms misschien wat ver door de knieën, voordeel is wel dat de auteur tal van deskundigen spreekt, uiteenlopende plekken bezoekt en beeldend beschrijft hoe de droogte daar de afgelopen jaren heeft huisgehouden. En Didde zoekt naar oplossingen. Zoals bij de waterschappen: ‘De verdeling van water vereist opnieuw regie en de afweging van belangen, technisch vernuft en werklust.’ Didde is daarbij niet radicaal, wel optimistisch: ‘Door samen te werken, te polderen, en er ook andere kwesties bij te betrekken, zoals de energietransitie, de stikstofkwestie, natuur, recreatie en de behoefte om buiten te zijn, dan kan Nederland van droogteland weer een gezond waterland worden. Onze geschiedenis laat zien dat we kunnen omgaan met water. Dan hoeft droogte ook geen probleem te zijn.’




Doorgaan naar inhoud
Zoeken naar:
‘Beter bestand tegen droogte’
René Didde Binnenlands Bestuur 22 mei 2019   
Maatregelen moeten zandgronden beschermen

Vorig jaar was het extreem droog. Vooral op de droge zandgronden ontstond schade in natuurgebieden, landbouwgronden, gemeenteplantsoenen en parken. Wat hebben waterschappen, gemeenten en provincies ervan geleerd nu de droogte ook dit jaar lijkt aan te houden?

Aan de rand van natuurgebied De Zumpe, pal tegen de stadsgrens van Doetinchem, staat Daniël Nieuwenhuis stil bij een duiker in een sloot. Het water staat tot aan de rand, waterplanten tieren welig. De adviseur watersysteem van Waterschap Rijn en IJssel vist met een tak in de duiker en brengt even later een slang met een kraantje boven water. ‘Kijk, hier kunnen we in droge tijden met een kleine compressor lucht inpompen. De slang zit aan een rubberen ballon die eenmaal opgepompt de duiker helemaal afsluit.

Het water blijft in de sloot staan’, wijst Nieuwenhuis.

We volgen het lichte verval van de sloot stroomopwaarts. Trots toont de waterdeskundige de vele drassige poeltjes aan weerszijden van de sloot, zowel aan de weilandzijde als aan de boskant met elzen, essen en eiken. ‘Dit stond vorige week, toen het nog niet geregend had, helemaal droog.’

Zowel het waterschap als boeren en landgoedeigenaars maken gebruik van dergelijke door het waterschap verstrekte skippyballen in de duikers. In droge perioden pompen ze de bal op en gaat het te veel regenen dan laten ze lucht ontsnappen zodat het water naar lager gelegen gebied afstroomt. ‘Door het water op deze manier langer vast te houden, voorkomen we dat de hogere zandgronden meteen verdrogen’, zegt Nieuwenhuis. Energiebesparing levert het overigens ook op. ‘We zien aan de draaiuren van de pompen dat het gemaal hier minder vaak aan slaat.’

Daniël Nieuwenhuis voerde persoonlijk gesprekken met meer dan tachtig boeren.

Hij overtuigde ze allemaal om mee te doen met het skippybal-experiment. Eén van hen is Arjan Tolkamp, melkveehouder met 120 koeien op zestig hectare, in het buurtschap Winterswijk Huppel, veertig kilometer oostwaarts. ‘Vorig jaar moest ik echt voer bijkopen. We verdrogen hier de laatste jaren regelmatig, maar normaal gesproken heb ik genoeg gras om zelfvoorzienend te zijn’, zegt hij.

Toch overwoog Tolkamp al eerder om geld te investeren in een zogeheten boerenstuw om het water rond zijn weilanden beter vast te houden. ‘Wat me tegenhoudt, is dat ik niet weet hoeveel water er door de bodem wegloopt. Die ballonnen zijn een eenvoudige en goedkope oplossing om te kijken of het wat wordt’, aldus Tolkamp. De melkveehouder denkt dat de skippyballen zijn zelfhandelend vermogen vergroten.

‘Als ik moet maaien of mest uitrijden en het is te drassig, tja, dan laat ik lucht uit de ballon lopen, hoor. En na het werk vul ik de bal weer. Maar die situatie is nog niet voorgekomen. Want het is gewoon superdroog, ook na de winter.’
ZANDBAK

Natuurgebied De Zumpe was in het voorjaar van 2018 al aan het verdrogen, ver voordat de droogte in Nederland volop in het nieuws kwam. Die droge zomer waarin we maandenlang tegen strogeel gras en dorre bomen aankeken.

Waarin boeren geen grondwater meer mochten oppompen, schepen slechts met geringe vracht over de rivieren konden varen en de extreem lage grondwaterstand scheuren in huizen veroorzaakte in voorheen zettingsvrije gebieden.

De Gelderse zandgronden in de Achterhoek, maar ook op de Veluwe en het plateau van Winterswijk kampen snel met droogte als er geen regen valt. ‘Het is hier nu eenmaal één grote zandbak, waarin het regenwater onmiddellijk wegzakt’, zegt dijkgraaf Hein Pieper op het hoofdkantoor van Rijn en IJssel. Doordat in het stroomgebied van het waterschap slechts op één plekje wat water kan worden ingelaten uit het Twentekanaal is Pieper volkomen afhankelijk van de regen. ‘En als die niet valt, hebben we een groot probleem en slechts een beperkt handelingsperspectief.’

Door de skippyballen en ook door de stuwen langer ‘hoog’ in de zomerstand te houden, tracht waterschap Rijn en IJssel zoveel mogelijk water vast te houden om het verlies door verdamping van de nu overal uitgebotte bomen en struiken tegen te gaan. Daarnaast geldt op droge zandgronden als in de Achterhoek het eerst een algeheel verbod op beregening van gewassen uit oppervlaktewater en een verbod op onttrekking van grondwater in de buurt van kwetsbare natuurgebieden.

Pieper wijst naast deze kortetermijnmaatregelen op een structurele aanpak van de droogte. ‘We werken al meer dan vijf jaar aan het programma ‘Vruchtbare Kringloop Achterhoek’. Meer dan 350 boeren werken daarin samen om het organisch stofgehalte in de bodem te verbeteren door onder meer slootmaaisel in de bodem te werken’, vertelt Pieper. Het mes snijdt aan twee kanten, legt de dijkgraaf uit. ‘De sponswerking van de bodem verbetert waardoor er meer water wordt vastgehouden. Tegelijk krijgen de boeren een gezondere, meer levendige bodem. We hebben de bodem veel te lang als een substraat gezien, louter voor productie. Daardoor is die op veel plaatsen uitgeput.’ Het waterschap hoopt dat een vitale bodem de droogteschade een halve maand of langer uitstelt.
MEANDEREN

Een tweede structurele aanpak is het weer laten meanderen van voorheen tot sloten rechtgetrokken beken. ‘Door deze watergangen te verondiepen, stroomt het water minder snel weg en wordt het minder snel door de waterbodem weggezogen’, aldus de dijkgraaf. Ook het maaibeheer van de 3.500 kilometer aan sloten en beken is aangepast om weerbaarder te worden tegen de droogte. ‘Door later en ook minder te maaien, hebben we meer begroeiing in de watergangen. Dat vertraagt de afvoer van water. Het geeft bovendien meer schuil- en broedplekken voor vogels en dieren en het ziet er voor de wandelaar mooier uit’, zegt Pieper. Het maaisel wordt afgevoerd, onder meer naar de boeren die meedoen aan de verbetering van hun bodem.

Het waterschap ziet, mede door het droge jaar 2018 een vergroting van het bewustzijn over waterbeheer, zowel bij boeren als particulieren. Toch heeft Pieper zorgen.

‘We leven anno 2019 al in het voorspelde klimaat van 2050, met de perioden van extreme droogtes én extreme buien.

De afgelopen winter is te droog geweest, en ondanks de buien in de koude periode van begin mei, beginnen we dit voorjaar toch met een achterstand. Het watertekort is niet genoeg aangevuld dus zullen we ook dit jaar weer eerder aan de beurt zijn.’

Op het gemeentehuis van Doetinchem zegt wethouder Ingrid Lambregts (natuur en landschap, CDA) dat de droogte van vorig jaar reden was om er nog een tandje bij te zetten. ‘We zijn al jaren bezig om zowel bij nieuwbouw als renovatie de regenwaterafvoer los te koppelen van het riool. Het is zonde om schoon regenwater het riool in te sluizen.’

De particuliere bewoner die zijn regenwater loskoppelt van het riool kan rekenen op een gemeentelijke subsidie van 500 euro.

Om al dat regenwater op te vangen, heeft de gemeente op de diepere punten in de stad zogeheten wadi’s, holle goten, ingericht waar het regenwater rustig inzijgt in de bodem. Bij een bedrijventerrein zijn op een laag punt lange sleuven gefreesd.

Met de vrij gekomen grond worden dijkjes gemaakt waarop bomen zijn aangeplant.

Doetinchem besteedt ook veel aandacht aan communicatie met de bewoners.

Samen met het waterschap organiseerde de gemeente dit voorjaar de actie ‘Ben je nou helemaal betegeld?!’. Voor elke ingeleverde tegel kregen inwoners een gratis, door het waterschap betaalde plant. Er gingen 2.500 planten de deur uit. ‘Sinds 2016 hebben we bewoners in totaal ook drieduizend bomen cadeau gegeven om hun tuinen te vergroenen. In de openbare ruimte doen we dit als gemeente met groene wanden en groene pilaren’, zegt Lambregts.

‘We blijven toch Nederlanders. Geef mensen iets gratis en ze doen het.’
VAKANTIE

De droogte van 2018 heeft ook op provinciaal niveau de noodzaak van een robuuster watersysteem onderstreept, zegt gedeputeerde Josan Meijers (ruimte en water, PvdA). ‘We moeten water meer opslaan in waterlopen en kanalen.

Daartoe moeten we als provincie de waterschappen, gemeenten en het drinkwaterbedrijf bij elkaar brengen. Wij hebben allemaal deskundige mensen in dienst, maar die moeten er in de droge vakantieperiode dan wel aanwezig zijn. Vorig jaar ging dat toevallig goed, maar dit jaar zijn we er als provincie bewuster op gaan sturen.’

Kernpunt is dat het watersysteem robuust moet zijn en meer bestendig tegen droogte (en wateroverlast) maar ook slim. Meijers: ‘Een hoger waterpeil klinkt logisch, maar een boer wil in het voorjaar zijn grond bewerken en in het vroege najaar oogsten.

Dan heeft hij behoefte aan een laag waterpeil.’

De skippybal van waterschap Rijn en IJssel vindt Meijers een goed voorbeeld. ‘Al veronderstelt het wel dat het weer gaat regenen na het laten leeglopen van de ballon, en daar hebben we natuurlijk geen vat op.’

Niet alleen het waterschap Rijn en IJssel maar ook Rivierenland en Vallei en Veluwe zijn volgens haar goed bezig. ‘Rivierenland experimenteerde vorige zomer met een verbod op beregenen overdag. Door de verminderde verdamping ‘s nachts was er minder water nodig. Daar was aanvankelijk weerstand tegen bij de telers, maar nu blijkt dat het fruit er beslist niet onder heeft geleden – eerder het tegendeel.’

Naast technische en inrichtingsmaatregelen pleit Josan Meijers voor meer bewustwording. ‘Moeten we wel drie keer per dag douchen, de tuin besproeien en de auto wassen? Kun je met koud douchewater niet je planten watergeven?’ Volgens haar kunnen in nieuwbouw- en renovatieprojecten ook veel zuiniger toiletsystemen worden gebouwd. Waterbedrijf Vitens kon vorig jaar tenauwernood voorzien in de watervraag en de leveringsplicht voor drinkwater. ‘Het bedrijf moest daarvoor, overigens met mijn toestemming, de vergunningsvoorwaarden overtreden voor de winning van de maximale hoeveelheid grondwater’, aldus Meijers. ‘Misschien moeten we gezien de droogte toe naar flexibelere vergunningsvoorwaarden.’
DUITSLAND

In de Achterhoek zou dijkgraaf Hein Pieper graag zien dat het rijk en de landelijke politiek zich meer met de droogte gaat bemoeien. ‘Kijk, wij vormen een cruciaal onderdeel van het stroomgebied van de Rijn. De droogte waar wij mee te maken hebben, begint in Duitsland. We zouden kunnen onderzoeken welke maatregelen om water vast te houden beter en goedkoper in Duitsland kunnen worden getroffen. Waterschappen kennen ze daar niet, en als ik in Düsseldorf in Nord rheinWestfalen bij de politiek aanklop, dan zien ze Pieper daar echt niet staan. Want die deelstaat telt bijna net zoveel inwoners als Nederland. Het is een gezamenlijk probleem dat in het hele stroomgebied van de Rijn moet worden opgepakt. Daar moet het ministerie meer in investeren.’

Minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat, VVD) geeft aan Piepers hartekreet opnieuw in te brengen bij het overleg van de ministers van Rijngebied. ‘We moeten alle goede grensoverschrijdende ideeën tegen de droogte met beide handen aanpakken’, zegt ze. ‘Overleg en afstemming met onze buurlanden is daarvoor onmisbaar, zoals we nu al op alle niveaus regelmatig overleg hebben over de Rijn en Maas. Daar wordt gesproken over waterbeheer in droge periodes, de effecten van laagwater op de scheepvaart en worden ook ervaringen gewisseld over de aanpak van de droogteproblemen. Mogelijkheden voor het opvangen en vasthouden van water zijn daar ook onderwerp van gesprek. Er zijn al afspraken gemaakt voor monitoring van de waterstanden en informatie-uitwisseling over de maatregelen die landen nemen bij laagwater. Tijdens de ministersconferentie volgend voorjaar ga ik met de betrokken ministers van het Rijngebied het nieuwe Werkprogramma Rijn 2040 vaststellen. Voor Nederland is meer aandacht voor laagwater een van de prioriteiten waarop ik zal inzetten.’
Berichtnavigatie
Vorige Vorig bericht: ‘Boeren versus buitenlui’
Volgende Volgend bericht: ‘Water zuiveren met een moerasbos’






Doorgaan naar inhoud
Zoeken naar:
‘Boeren versus buitenlui’
René Didde Binnenlands Bestuur 23 januari 2019   
Aanpak veenweidegebied verdeelt Friesland

De vele melkveehouderijen in Friesland vereisen een laag grondwaterpeil. Daardoor verdwijnt het veen waardoor huizen verzakken en veel CO2 vrijkomt. Wat telt zwaarder: het boerenbelang of dat van de burgers?

De Groote Veenpolder zakt jaarlijks gemiddeld een centimeter weg. Wie over de provinciale wegen door de lintbebouwing van gehuchten als Echten, Echtenerbrug, Scherpenzeel, Munnekeburen en Spanga rijdt, ziet aan de polderkant het grasland op veel plaatsen als een flauw talud vanaf de weg naar beneden lopen. Het diepste ‘putje’ ligt vermoedelijk honderden meters verder in de grote kavels, waar ‘s zomers de koeien grazen en op deze grijze januarimiddag een krachtige zuidwester over de vlakte blaast.

In de dorpen rond de grens van Friesland en Overijssel is de bodemdaling direct zichtbaar bij de huizen. De onderheide woningen staan fier overeind en zijn bereikbaar met een trapje omdat de straat is verzakt. Andere woningen hellen gevaarlijk voorover en beschikken vermoedelijk over een trapje achter de voordeur naar de gang. ‘Het Wetterskip heeft de grondwaterstand tot voor enkele jaren iets te lichtzinnig verlaagd voor de boeren’, meent een winkelier in Echtenerbrug.

De Groote Veenpolder omvat het ruim duizend hectare tellend natuurgebied Rottige Meente. Voor de rest bestaat de polder uit landbouwgebied waarvan driekwart grasland en de rest maïs. Waar de veenlaag in het met petgaten en moerasbos doortrokken natuurgebied drie meter dik is en zelfs het zeldzame trilveen herbergt, is het maaiveld in het landbouwgebied soms maar één tot twee meter dik.

Op de diepste plekken is het veenlaagje amper 20 centimeter.

‘Als de bodemdaling zo doorgaat, is het veen over twee eeuwen verdwenen’, zegt Sytse Kroes. Namens provincie én Wetterskip Fryslân is hij gedelegeerd als programmamanager veenweidegebied om het tij te keren. Leidraad is de door Provinciale Staten begin 2015 vastgestelde ‘veenweidevisie’. Uitgangspunt daarvan is de kool en geit te sparen, namelijk de bodemdaling tegengaan op zo’n manier dat boeren mogelijk blijft. Boeren hebben baat bij een laag grondwaterpeil. Maar door inklinking van het veen komt veel CO2-vrij en ontstaan er door verzakking van huizen inmiddels Groningse toestanden (zie kader). De burger mag zich 20 maart over de kwestie uitspreken.
ONBARMHARTIG

Het Friese veenweidegebied loopt grofweg van Lemmer in het zuidwesten diagonaal naar het noordoosten boven Leeuwarden. De lage grondwaterstand laat overal zijn sporen na. De melkveehouderijen, met multinational FrieslandCampina als wereldspeler, hebben er direct baat bij. Want hoe lager het grondwater, hoe vaker de boeren met zware machines kunnen maaien, hoe meer gras, hoe meer koeien en hoe meer melk.

Keerzijde is dat het koolstofrijke veen in contact komt met lucht, waardoor het veen oxideert en de bodem inklinkt. Behalve de fundamenten van woningen wordt zo ook de natuur getroffen. Weidevogels als grutto en het Friese symbool kievit die het toch al zwaar hebben, hebben baat bij drassig land en vrezen elk jaar de maaimachines die in broedtijd onbarmhartig nesten en eieren vermalen.

De effecten reiken tot over de provinciegrens. De lage grondwaterstand zuigt grondwater vanaf het hoger gelegen Drents plateau aan, wat in droge zomer tot problemen kan leiden, zoals de droogtestress in de beekdalen van afgelopen zomer. Terwijl de natuur en boeren op de zandgronden in Drenthe en Twente water ontberen, wordt al dat schaarse zoete water in Friesland, 25 miljoen kubieke meter per jaar, zonder nuttig doel naar de Waddenzee gepompt.

In de CO2-tonnenjacht om tot 49 procent emissiereductie in 2030 te komen, komt ook het dalende veenweidegebied in beeld.

Alleen al in Friesland gaat het volgens het Planbureau van de Leefomgeving (PBL) om 1,7 megaton per jaar. Dat komt overeen met de uitstoot van 250.000 huishoudens, ofwel half Amsterdam.
ENORME OVERGANG

De boeren in Friesland krijgen heel wat op hun bordje, zegt programmamanager Sytse Kroes. ‘Er is niet één oplossing, het verschilt bij wijze van spreken van perceel tot perceel. Kernpunt is de balans in het grondwater: nat genoeg om de oxidatie van het veen tegen te gaan en droog genoeg om het land te bewerken.’

Dat dit een enorme overgang is die onrust geeft bij de boeren, snapt ook Hans van der Werf. De directeur van de Friese Milieufederatie begrijpt dat veel boeren investeringen hebben gedaan die waren geënt op diepe ontwatering. ‘De leningen zijn nog niet afbetaald en dan zeggen wij doodleuk dat de grondwaterstand omhoog moet. Dat onrustgevoel moet je een plekje geven.’

Van der Werf is daarom aangeschoven aan de door de provincie in het leven geroepen overlegtafels voor het veenweidegebied.

‘Als je echter doorpraat met de boeren, zien ze zelf ook wel dat ze niet op de huidige manier kunnen doorgaan.’

Gedeputeerde Sietske Poepjes (CDA) heeft de veenweidegebieden (de feangreide) als apart issue in haar portefeuille. ‘Met elkaar in gesprek blijven, draagvlak bij boeren creëren en maatwerk leveren’ is haar vocabulaire. Poepjes: ‘Aan de overlegtafels zijn we het lang niet met elkaar eens.

Mijn uitgangspunt is dat de boeren moeten kunnen blijven boeren, ook met een hogere grondwaterstand. Als een alternatieve, natte teelt tot minder opbrengst leidt, dan moeten we treffende compensatie bieden. De proefprojecten moeten hier meer duidelijkheid over brengen.’

Ook CDA-landbouwwoordvoerder Maaike Prins gelooft in een combinatie van maatregelen. ‘Daarmee kunnen we de bodemdaling voor een deel tegengaan en kan ook de natuur profiteren. Cruciaal is het draagvlak met de boeren. Dat moet leiden tot een begaanbaar pad van verminderde inklinking.’ Ze wijst er ook op dat een verhoging van de grondwaterstand tot 20 centimeter onder het maaiveld consequenties zal hebben voor het open Friese landschap. ‘Natte gronden leiden al snel tot bosvorming en moerassen. Ik denk niet dat we dat moeten willen in Friesland.

Bovendien stoot zo’n moeras ook het klimaatschadelijke methaan en lachgas uit.’

Maar Hetty Janssen van oppositiepartij PvdA vindt dat het veenweidebeleid meer moet inhouden dan alleen tegengaan van bodemdaling en palenrot. ‘Overal moet het veen worden vernat en moet de omslag naar duurzame landbouw worden gemaakt en de biodiversiteit hersteld. De strakke lakens van Engels raaigras moeten plaatsmaken maken voor kruidenrijk grasland en kunstmest moet verboden worden.’

Van Janssen moet de overheid zelf meer duurzame lijnen uitzetten. ‘Niet alleen de boer is belanghebbende, maar iedereen heeft belang bij een gezonde natuur, dus het is een overheidstaak’, zegt Janssen.

‘Trouwens heel veel boeren zeggen dat met een grondwaterstand van dertig centimeter in plaats van de huidige negentig centimeter onder het maaiveld, uitstekend valt te boeren.’
PROEFGEBIED

De provincie heeft inmiddels acht kwetsbare gebieden, waaronder de Groote Veenpolder, aangewezen als kansrijk proefgebied. ‘We werken daarin samen aan een instrumentenkoffer die uit een heel pakket van maatregelen moet bestaat’, zegt Sytse Kroes. Op sommige plaatsen kan een technische maatregel als onderwater- en drukdrainage soelaas bieden. Drainagepijpen voeren in natte periodes water af. In droge perioden stroomt slootwater het weiland in.

Een meer organisatorisch instrument is de provinciale grondbank. ‘Boeren die door vernatting schade ondervinden, willen graag grond als compensatie. In een uitzonderlijk geval zouden we ze kunnen uitkopen, of deze percelen ruilen tegen betere, kleiige percelen elders’, aldus Kroes. De grondbank zou ook de grond van stoppende boeren zonder opvolger kunnen opkopen en dit inzetten voor compensatie, desnoods als pachtgrond.

‘Op natte percelen kan dan extensieve teelt plaatsvinden waaronder later maaien of deze grond bestemmen voor natte teelt als lisdodde of het eiwitrijke kroosvaren.

In het meest extreme geval kan het aan natuurgebied worden toegevoegd.’

Ook kunnen dergelijke percelen mogelijk worden ingericht voor de opwekking van zonne-energie (‘zonneweide’).

Kroes en Van de Werf wijzen erop dat deze aanpak niet alleen de bodemdaling een halt toeroept. ‘Door de vernatting profiteren ook weidevogels en kan het waterschap percelen als waterbergingsgebied inrichten.’ De overheid met zich dan wel een betrouwbare partner tonen. ‘De regels moeten we na volgende verkiezingen niet weer veranderen. Ook moet de derving van inkomsten gedurende lange tijd worden gecompenseerd, net als de subsidieregeling voor weidevogelbeheer een langere periode dan zes jaar moet beslaan.’

Een nieuw proefinstrument is dat de boeren geld krijgen voor de vermeden CO2-emissies door de grondwaterstand te verhogen, een soort omgekeerde CO2-heffing. ‘We hebben uitgerekend dat een boer dertig ton CO2 per hectare kan vasthouden, wat ongeveer 400 tot 600 euro per jaar waard zou zijn’, zegt Van der Werf, die in februari dit experiment wil lanceren.

‘Het Klimaatakkoord zou een gamechanger kunnen zijn.’

Ook is uitgerekend dat een meer extensieve bedrijfsvoering weliswaar minder oplevert, maar dat boeren ook minder geld kwijt zijn aan kosten voor hypotheek, voer, dierenarts, kunstmest en mestverwerking.

Sommige studies melden dat boeren hiermee een jaarinkomen van 100.000 euro kunnen halen.

***
GRONINGSE TOESTANDEN

Zelfs de afgelopen week, midden in de natte tijd, noteerden Pieter en Ellen Dekker op een van hun zelf aangebrachte meetpunten nog een wijking van 5 millimeter in één week in hun rompboerderij in Spanga, vlakbij de Rottige Meente en de Groote Veenpolder.

‘Het voorhuis is niet gefundeerd, en valt sinds deze zomer snel voorover’, zegt Pieter Dekker.

‘Ik zie overal scheuren en vraag me zelfs af of ons huis nog te redden is.’

Het Kenniscentrum Aanpak Funderingsproblematiek (KCAF) ontvangt steeds vaker klachten over funderingsschade uit Friesland. ‘Vooral in het veenweidegebied noteren we veel verzakkingen en scheuren in muren’, meldt directeur Dick de Jong. Sinds dit najaar weet hij dat de bodemdaling in Nederland sneller gaat dan verwacht en dat de droogte daar een rol in speelt. Ook niet-gefundeerde (‘op staal’) woningen, die tot voor kort geen problemen hadden, scheuren. ‘In Friesland behoren 3.500 woningen in het veenweidegebied, waarvan circa de helft op vooral houten palen, tot de risicogroep gezien de bodemdaling, waardoor palen verrotten.’

Vermijden van het funderingsherstel zou je ook bij de kostenvoordelen van een hogere grondwaterstand kunnen rekenen, aldus De Jong, maar er is ook een nadeel. ‘Niet-gefundeerde woningen die al zijn verzakt, krijgen vochtproblemen en dat vergt ook aanpak.
Berichtnavigatie
Vorige Vorig bericht: ‘De conifeer ruimt het veld’
Volgende Volgend bericht: ‘Beter bestand tegen droogte’

 

 

zie ook:

http://intellectjuweel.blogspot.com/2020/09/de-afvaldump-door-rijkswaterstaat-deel-2.html

Thursday, May 27, 2021

voor Hilversum, Rutte, Koopmans et al - Britraelish

 

 edit on the 12th of june, the day after this vid went dark
https://twitter.com/RealGeorgeWebb1/status/1403378460999946242
https://www.youtube.com/watch?v=a-JqDJ_Iz6k
trio

Pinned Tweet
George Webb - Investigative Journalist
@RealGeorgeWebb1
I am committed to telling the American people the truth about who (and/or WHO?) released this Corona on us.  No matter how many times we get taken down on YouTube, I will tell this story.  It all started with a spy ring in Congress and a drug lab in Faisalabad. DARPA To DSTO.

We are back as Eek Eek Airlines. Let’s see if the billionaire trolls get that one.

his latest vid is a mash from 2017
sue gordon first blackberry runster .. inqtell
 
 
Yes, gain of function is 'reel' .... real fishy fishing reel type real .... IOW, LARGELY a trap, a trope, a lure, a bait, a honeytrap to catch terrorists. Just boast you succeeded on dark circuits, selll a bunch of placebo blanks and track the buyers. ... [why did you shut up about the norwegian servers George??? GOT A BEVANS TRANSCRIPT LINK AT LEAST?] ..... all the while maintaining plausible deniability above ground, claiming you do it merely to understand mechanisms and build better vaccines.


But don't let this deeper hoodstate stop you from letting GW convince you there is a good Mossad, waaaay too ethical to do other than oppose and even [rapid mixed feelz airgulping of hope, gratitude and astonishment] prosecute those lab cabals, do little larpielarps about nativities and stir the mix up.
ps: hey aaron, when is "least racist" gonna be least interracial, least transcontinental? How long till come back from mix up .. or is there not a none?

dutch blog share txt:
Daszak, Nato, Netherlands .. going back to 2012 ... superspreaders ... lockdown ... clearing the way for easier covert operations, less covert operations, extra evil covert operations .. pennies on the dollar
https://youtu.be/XxUaTFUUtoI?t=5300
singapore .. nanking 2016 .. australia ... most 2020 woke or broke moves were scripted and hairtriggered for 2016 but delayed
?? ... what exactly caused that delay, my dear studious crew??

Harry Harris, Gvnr under Kissinger in Seoul did the dirty [literally, .. used pcr tests] for the Gvnr of Maryland .. first en masse breach, kicking off the careporn Mafiya Queen orgy. ground zero of uperspreader boosts, countless followed since ....

encore:
2004: "Pfizer reached a $60 million settlement of a class-action lawsuit over its Rezulin diabetes drug, which was withdrawn from the market in March 2002 after about 100 people who took it had to have liver transplants or died from acute liver failure."
$60 Million Deal In Pfizer Suit (Published 2004)
Pfizer to pay $60 million to
nytimes.com

Apr 21, 2021 -- Ryan Martin -- @_ReviveYourself
Which vaccine company paid out $2,300,000,000 in 2009 for bribing doctors and suppressing adverse trial results?
https://violationtracker.goodjobsfirst.org/parent/pfizer

Tuesday, May 25, 2021

Sjezende fietsbezorgers zorgen voor overlast in grote steden

Sjezende fietsbezorgers zorgen voor overlast in grote steden
454 views
•May 25, 2021
9
7
Share
Save
WNL
41.6K subscribers
Een nieuwe bezorgservice zorgt voor overlast. In grote steden kun je tegenwoordig binnen tien minuten je boodschappen aan de deur krijgen. Gemeenten zitten met deze zogenoemde flitsbezorgdiensten in hun maag.

 ... of zou hilversum .. de kniek in de hot hollywood hague hasbara pipe rat sightline .. tot in de fijnste haarvaatjes gesjeesd zijn ??????? move along .. hier valt niks te grollen .... probeer het eens in palestina zou ik zeggen voordat onze restjes eerlijkheid hier uitgeput raken en linea recta verprepalestinationalizeerd worden ... voordat dergelijke mismedemenselijke handelsnatie .. ik bedoel onderhandselnatie praktijken ervoor in de plaats .. er voor uitgerold worden .. wat aan 'vooruit' en 'ergens voor af'rollen' een eind maakt voordat het goed en wel herondekt is ... .. er en blok voorzet .. voor een inknoppertje wat je voorgoed lidmaat maakt in de ........
................. veilig voor kapotte koppen kritikussen op klompen klump .. de klepelklettertklateraar van kritikasters en bergkruinkrakelknaksters die aan de duivelse weer kommentaren in Hilversum een fatsoenlijk eind maakt ... allemaal levenslang taakstraffen ... ...kortom, het ..........
.............. voorruitschade stammetje .. schermschade stammetjes [[neem maar van George Webb aan dat het kluppie behalve kleinhartig, kwa aantallen ook piepklein is]], waar alles  voor uit ... de weg geruimd word

ooooh ... het gaat eigenlijk over 5 bezorgbusjes per straat per 3 uur ... nou, .. laat maar dan .. ik heb niks gezegd

Sunday, May 23, 2021

Incompetentie in casu | #3.28

Incompetentie in casu | #3.28
630 views
•May 23, 2021
92
0
Share
Save
Een Oorlog Reeds Verloren
57.4K subscribers
De politiek, de rechtspraak en de medische wetenschap vormen als het op de coronamaatregelen aankomt samen een blok om deze te verdedigen. De een dekt de ander en mensen met kritiek worden onder hen van het kastje naar de muur gestuurd. Nu is dat niet verwonderlijk en sterker nog: in een gezonde democratische rechtsstaat zou men het niet anders willen.

Echter verkeert Nederland, net als de rest van de wereld, in een heel andere situatie. Na ruim een jaar van wankel beleid en constant veranderende inzichten en adviezen - vraagt u maar eens aan Maurice de Hond - heeft het er alle schijn van dat, uitgaand van goede wil, de autoriteiten eigenlijk helemaal niet zo goed weten waar zij mee bezig zijn. Sven bespreekt de rammelende argumentatie aan de hand van een casus uit de eigen praktijk.

Links:
Scheermes van Hanlon: https://nl.wikipedia.org/wiki/Scheerm...
Het immuunsysteem onder vuur: in gesprek met dr. Robert Gorter

Beste jongeman, je lijkt me de uitgelezen persoon om met "Spray it in Dutch" voor het Erasmus te poseren. Kunnen de chinesen ook weer even opgelucht ademhalen.

Of doe anders een Reiner Fuellmich berichtje .. dat zal minder misstaan.

Sunday, May 16, 2021

luie pafleeuw de Winter bij WNL

Geweld tussen Israël en de Palestijnen blijft oplaaien: 'Hamas dacht: nu nemen wij de boel over' -- 686 views -- May 16, 2021 -- 50:51 --- WNL -- 41.2K subscribers -- Het conflict tussen Israël en de Palestijnen is aan het escaleren. Maar ook in Israël zelf gaat het mis, legt schrijver en columnist Leon de Winter uit in WNL Op Zondag. Vergelijkbaar met de Nederlandse rellen tijdens de lockdown zijn ook daar jongeren de straat opgegaan. "Geef jonge mannen een reden om te rellen en dingen kapot te maken en dan duiken ze erop."



"natuurlijk is er geen oplossing" ... ??? ... geen oplossing die joden bevalt nee ...

... erg doorzichtig om te beweren dat de bevolking in gaza is gegroeid zonder erbij te zeggen hoeveel plattelandgenoten en hun bomen letterlijk weggevaagd en weggejaagd zijn.

zijn uiterlijk begint zijn geestesgesteldheid aardig te verraden ... de 51ste duimin is van mij ... niet gestelde vraag: waarom schiet israel op kinderen en mikken ze om te verminken .. enzovoorts ...  als het christendom in gods naam maar eens genas ... bij joden zit de rotzooi al veel te lang veel te diep, dat is menselijk stralingsgevaar voor veel komende generaties, ook bij gepaste behandeling, de rollen omgedraaid in israel en verplichte olijfverzorgingles van de mensen wiens leven ze nu verwoesten.

zolang er genoeg joden zijn die hun geweten mogen sussen door een deel van smerig verdiend geld voor waarheidsomkeer- en de waarheid verdraaiings- smeer-, om- en afkoopkracht af te staan blijft het oerouwe offerande-, aflaten- en nu testpest treintje vrachtgeld vangen. 

 

Heil Adelson. Goeie Pief ... Hij Dwingt Toch Niemand Om Te Gokken?

Saturday, May 01, 2021

Palestijnen planten olijfbomen om land te beschermen | Het ramadangevoel