Monday, August 21, 2023
Sunday, August 20, 2023
Wie zei dat Willem Waterman alles verzon?!
20/8 ---- 4Storm -------- k199 -- 26/01 : : [LOT] --- -8/9 : [CTC]
'foute' Willem:
BEvers j50 stinktRADIOhierzo -rechtsfout avonturier fantast uit den bosch 3juni15-85
wiki
Ondertussen trachtte Van den Hout zijn verleden te herschrijven door te beweren dat hij tijdens de Tweede Wereldoorlog eigenlijk een geheim agent voor de Amerikanen was geweest, of het slachtoffer van een of ander complot omdat hij 'te veel wist'. Tijdgenoten van Van den Hout omschrijven hem als avonturier en provocateur.
In de jaren vijftig bedacht Van den Hout de beroemde slagzin "Hallo, hallo, wie stinkt daar zo? Het mannetje van de radio!", voor het radio-hoorspel dat deze naam kreeg.[11]
link naar een citaat, midden in een langer reeks niet weergegeven paginas:
Wim Daniëls, Mieters! De taal van de jaren vijftig. Uitgeverij De Bezige Bij (12 november 2012). ISBN 9789400401204.
Geestelijke vader van De Gil en Bob Eversserie overleden, Trouw, 29 maart 1985
zijn fans schrijven zich hier een ongeluk dat het een lieve vrije tijdsvulling is:
http://nieuwsbrief.apriana.nl/NB052.html
en er zijn er meer:
https://www.apriana.nl/dingetjes/links.html
De Jodenster 1
HET groote voordeel, dat de Jood steeds gehad heeft boven den Christen, vooral boven den Europeaan, is dat voor de hersens van den Jood de Christen is als een open boek...... terwijl de Europeaan den Jood nooit heeft begrepen. Daarenboven was de Jood altijd wel zóó sluw, te zorgen, dat zijn innerlijk zooveel mogelijk een gesloten boek blééf.
Het Humanisme gaf den Jood zijn groote kans......: de kans om te bereiken, dat men hem ging beschouwen, in breede kringen, n i e t als een lid van een ander ras, maar als een mensch met een andere godsdienst.
En dat is een catastrofale vergissing. Een neger, die Mohammedaan is, wordt hier te lande eerstens beschouwd als: neger. Dat is: een man van een ander ras. Of de man Mohammedaan is, is een gansch andere kwestie.
Bij den Jood echter is de ras-kwestie geheel op den achtergrond geraakt, - en slechts het religie-verschil, als iets vaag-griezeligs op zijn hoogst, blijven bestaan.
Deze misvatting is zeer ernstig.
Nu alle Joden een gele ster moeten dragen...... nu wordt het eerst recht duidelijk, van welk belang deze kwestie is. Waarlijk, sterren zijn op straat even talrijk als boterbloemen in een Meiwei. En zoo mogelijk nog talrijker zijn de opmerkingen van theekransjuffrouwen en heertjes op terrassen: „Hoe vrééselijk, voor die arme Joden, met zoo’n ster op te moeten loopen.”
Laten wij voor eens en voor altijd, - tenminste voor de lezers van deze kolommen, deze kwestie recht zetten.
Als gij, lezer, morgen zoudt moeten loopen met een blauwe ster, vermeldende het woord: „Europeaan”, - zoudt ge dat erg vinden? Hoegenaamd niet. Wellicht zou blauw niet harmonieeren met de tint van onze das, of met het patroon van ons pak, - maar verder ware deze ster slechts het constateeren van een rassisch feit, waaraan niet te tornen valt.
Wij, Christenen en Europeanen, wij voelen ons verheven boven den Jood. Wij bezien zijn gele ster vanuit ons standpunt. Wij denken ons zelf in, wandelend met een gele ster, en vinden dat, terecht, een onaangename gedachte.
Een karakteristieke eigenschap van den Jood, - en dit is het belangrijke punt echter, - is, dat hij zich op zijn beurt, ver verheven acht boven elk Christen. Er mogen uitzonderingen zijn, - goed. De doorsnee-Jood echter is overtuigd, dat hij elk Christen qua geboorte, qua intellect en qua uitverkorenheid verre de baas is. De Joden gelooven zichzelf, tot op den dag van heden, nog steeds het uitverkoren volk. De Jood is trotsch op zijn Jood-zijn, al is hij sluw genoeg, dat niet te laten blijken, om geen vijandschap uit te lokken. En, trotsch zijnde op zijn Jodendom, is het dragen van een gele ster met vermelding van zijn ras voor hem evenmin een straf, als het voor een Arabier een straf zou zijn, met een roode ster „Arabier” rond te loopen.
Als de Joden een volk waren, een gemeenschap van menschen, die zich van andere menschen slechts onderscheidden door het belijden van een andere religie, zou er geen Jodenprobleem bestaan. Dat dit wél bestaat, niet op den dag van heden, maar sinds den dag waarop de eerste twee Joden de wereld in trokken, is een gevolg van hun ingeboren en overgeërfde rassische eigenschappen, welke praedomineeren boven alle andere aangeleerde gewoonten en sympathieën. De Jood is, onder de bewoners der aarde, de meest onverbeterlijke individualist en egoïst. Was hij dat alléén, dan ware dit nog niet zoo erg. Onder Christenen bestaat een hoog percentage egoïsten en individualisten. Bij het egoïsme van den Jood echter komt een ras-verbondenheid, welke van generatie op generatie overgaat, en den Jood zich steeds met zijn rasgenooten doet verbinden tot een gemeenschap i n den Staat welke eenzelfde parasiteerende levenswijze leidt als de Vrijmetselarij.
De Vrijmetselarij bestaat, als geheel, door de wederzijdsche hulp, door leden aan elkaar verleend, ten koste van de belangen van elke andere gemeenschap. De Vrijmetselarij echter is een kunstmatig organisme.
De Joden vormen onderling een Vrijmetselarij, welke floreert over groeps- en staatsbelangen héén, - welke over de staten en volkeren heen, particuliere belangen der Joden behartigt...... en deze gemeenschap ontstaat, telkens weer, spontaan en noodzakelijkerwijs, door de ras-verbondenheid der Joden, welke hen een gemeenschappelijk voordeel doet zoeken ten koste der niet-Joden. Dit is het ware Joden-probleem. Elk ander ras kan in een vreemd volk assimileeren en spoorloos verdwijnen. De Jood, vreemd genoeg, doet dit nooit! Negers, Arabieren, Chineezen en Japanners, zijn na enkele generaties volkomen één met het volk dat hen heeft opgenomen. De Jood blijft steeds Jood en werkt voor zijn eigen en voor Jodenbelangen ten koste van alles en van iedereen, - óók ten koste van den Staat.
Het is een dwaasheid, te zeggen, dat een Jood zich ooit Nederlander kan voelen. De Jood, die dat beweert, is hoogstens een slechte Jood...... die zijn ras wil verraden. In wezen, in aard, in karakter verliest hij, - mogelijk zijn haren, maar nimmer zijn streken. Hij verliest nooit zijn aard en zoekt zich stééds met rasgenooten te vereenigen tot een kleine gemeenschap welke kan parasiteeren op den voor hem verachtelijken, zooveel dommeren Christen.
Verval niet in een valsch sentimentalisme. De Jood, die een gele ster draagt, lacht in stilte om den dommen Christen, die medelijden met hem heeft.
Hij voelt zich Jood, - de slimme Jood, elk Christen te glad af, en bovendien: lid van een boven alles uitverkoren volk.
W. W. W.
[1] Artikel uit „De Residentiebode” (’s-Gravenhage , 13-05-1942).
Aardigheden uit een archief
een paar maanden voor zijn overleden [verwaarloosde infarct]:
Den Weledelen Heer
Den Here Martin Ros,
Liebergerweg 193
H I L V E R S U M .
Zeer Geachte Heer Ros,
Het door U geschetste werk betreffende de ineenstortingsperiode najaar 1944- mei 1945 omvat nu precies het tijdvak uit de afgelopen oorlog dat ik ook altijd heb gezien als het meest productieve, wat betreft de hoeveelheid aanwezig, historisch, maar door vrijwel iedereen over het hoofd geziene, materiaal.
Uw vergelijking met de ondergang van het West-Romeinse Rijk is zeker niet te hoog gegrepen en u gebruikt hier en daar achteloos lijkende doch volkomen to the point zijnde, rake kenschetsingen waarvoor ik u alleen maar een compliment kan maken als mede- auteur. Met name waar u bijvoorbeeld speels schrijft:
"...zo rijk ook aan in die officiële geschiedschrijving ondergesneeuwde spectaculaire gebeurtenissen en curieuze clair obscuur profielen..." waarin ik dan het woord " ondergesneeuwd" zie als " the operative word".
Wat mijn positie betreft het volgend: tot einde 1978 heb ik steeds mijn kiezen op elkaar gehouden en daar waren volgens mij gefundeerde redenen voor. Wat er over mij gekletst en beweerd werd - daar haalde ik de schouders over op. Tot mij in November 1978 door Peter Loeb werd gevraagd nu eens op te houden met die flauwekul en een gedegen interview te verlenen aan Eelke De Jong ter gelegenheid van diens terugkeer van de Veluwe n bij de Haagse Post. Ik kende Eelke persoonlijk en mocht hem wel. Wij hebben toen bij mij thuis ieder een eigen bandrecorder aangezet ( want zóver reikte mijn vertrouwen nu ook weer niet) en uit wat ik bij die gelegenheid vertelde is het interview voortgekomen dat u afgedrukt vindt beginnende pagina 68 van bijgevoegd HP-nummer.
In de tweede plaats werd ik maanden geleden al benaderd door de documentairedienst van de AVRO-televisie die mij wilden interviewen voor een programma van enkele vervolgdelen, onder de verzameltitel: "Veertig jaar nadien".
Dat is natuurlijk een veel linkere zaak. Want in videobanden kan naar believen worden geknipt en om-gemonteerd tot men bij het zien van het eindproduct bitter spijt kan hebben dat men ooit zo stom is geweest, zich over te leveren in handen van degelijke smeerkezen. Maar van de andere kant ben ik nooit zo erg bang geweest en na enige overweging heb ik dat interview afgegeven zonder enige beperkende conditie te stellen - ze doen dan maar wat ze niet laten kunnen. Ook in dit interview heb ik geen aanleiding gevonden, een blad voor de mond te nemen.
Voor en aleer wij ( zouden) gaan praten is het volgens mij gewenst dat u a) het betrokken artikel in de HP leest , voor het geval dat u nog niet bekend mocht zijn en b) telefoneert met AVRO's documentairedienst: o35 - 717493: Mw. Hetty Eylbers en met haar ruggespraak houdt. De bedoelde TV-serie wordt uitgezonden in mei aanstaande: veertig jaar nadien.
Het is luce clarius ( althans voor mij) dat alwie ooit gewerkt heeft voor Marine- of legerinlichtingendienst of aanverwante organismen geacht wordt, daarover zijn bek dicht te houden. Hetgeen ik dan bepaald wel gedaan heb. Maar in 1978 was het liefst 33 jaar geleden dat dit alles plaatsvond en ik vond het langzamerhand wel tijd worden om nu mijn mond open te doen - althans over mijn eigen rol op dat terrein, want dat eeuwige gezeur in de trant van:
"Hoe zat dat nou met jou in de oorlog? Was je nu goed of was je nu fout?" ging mij op de lange duur toch wel bar vervelen.
De beide genoemde interviews vullen elkaar aan, en u zou mij een groot plezier doen als u er kennis van wilde nemen alvorens wij elkaar ontmoeten, want dat kan een hele hoop onnodig gezeur aan de kant zetten.
In zekere zin doet u mij een enorm genoegen met uw plan omdat het in veel grotere en ruimere opzet hetzelfde beoogt als het boek dat mij al jaren voor ogen zweeft, maar dat ik goddank na het lezen van uw brief aan de kant kan zetten. Schrijft u het maar, want ik heb méér dan werk genoeg en zo jong ben ik nu ook niet meer ( 69!) Ik zal zowel u als de heer Meyers met genoegen alle materiaal dat mijn geheugen kan opdiepen ter beschikking stellen van dit fascinerend werkobject.
met vriendelijke groeten, W.H.M. van den Hout
VERKLAREND OORLOGSWOORDENBOEK
G.L. van Lennep
Amsterdam : Uitgeverij Bert Bakker : 1988
blz. 45 : Cinema en Theater [f]1 Nationaalsocialistisch programmablad.
blz. 52 : Dolle Dinsdag De dag waarop in het westen van Nederland de intocht van de geallieerde troepen werd verwacht en de vlucht van NSB-ers en andere Duitsgezinden begon (5.9.1944). Merkwaardig genoeg is term bedacht door de hoofdredacteur van de Gil, Willem W. Waterman (pseudoniem).
blz. 76 : Gil, De [f] ‘Periodiek Rel-orgaan voor geduldig Nederland’. Een zgn. illegaal blad, gemaakt door NSB’ers die niet waren weggevlucht na Dolle Dinsdag. Hoofdredacteur was Willem W. Waterman.
De Gil was zó zogenaamd anti-Duits dat een echte anti-Duitse Gil-versie door studenten verspreid kon worden via de normale Gil-kanalen voordat de Duitsers er achter kwamen dat het hier om een écht illegale versie ging. (Zie ook Gil-Club).
blz. 76-77 : Gil-Club [f] Willem W. Waterman, hoofdredacteur van de Gil, bedacht deze zogenaamde Amerikaanse zender met behulp van de Duitsers in 1944. Motto: Schuilkelder voor Heethoofden en Kouwe Drukte.
blz. 135 : Mary of Arnhem [f] Een in de Engelse taal gevoerde propagandazender van de Rundfunkbetreuungstelle, die veel verwarring zaaide. Willem W. Waterman, de hoofdredacteur van de schriftelijke pendant de Gil, maakte met behulp van krijgsgevangenen een cabaretprogramma voor Mary of Arnhem: The Pirate Club.
blz. 150 : Nationaal Front [f] Een beweging onder leiding van Arnold Meijer, parallel aan de NSB, maar meer ‘nationaal’ gericht. Het heette aanvankelijk ‘Zwart Front’, en werd eind 1941 opgeheven, tegelijk met De Nederlandsche Unie en de NSNAP. Het moest allemaal NSB worden.
blz. 187 : Rundfunkbetreuungsstelle Meteen na de inval bezetten de Duitsers de studio in Hilversum. Dit gebeurde door de PK (Propaganda Kompanie) een in oorsprong tot de NSDAP behorende afdeling. Vanaf dat moment ressorteerde de radio onder de Rundfunkbetreuungstelle.
ook hier geen ruimte voor sLinkse Oorloghonger .. OorlogsOorzaak .. sLinks verboden wederHoor .. OorlogsAan- en Afvoer [lijken en geldwaarde? .. verduring en 'geslacht{{elijkheids}}offer' duidingen?
... voor slinks verminkt en verduisterd zicht op rassen verhoering en verbrassing
OFTEWEL, BETER GEZEGD:
waarom vuig en gluiprig slinks de rassen verhusselt, verhoert en verbrast?
omdat het de rasfikzionauten zo graag blijvur ast
ook hier geen ruimte voor sLinkse Oorloghonger ..
.. geen plaats voor [door en voor] slinks verhulde, verstomde en zwart gemaakte OorlogsOorzakelijkheid ..
OorlogsAan- en Afvoer
lijken en geldwaarde? ... of geldontwaarding en gruwdaad
[even de sneeuwbol schudden]
.... achter een scherm van vroomser dan pauselijke #MultiKul-LofDwang, belijdenis en trouwbelofte richting doelen waar het in praktijk echter juist bommen op los laat!!!!! Dit noem ik al jaaaaren lang #verinstitutionalizeerdeSchizofrenie"
#institutioneleSchizophrenie
.. verduring en 'geslacht{{elijkheids}}offer'
#SLinksKerkelijkeSchizophrenieInstallatie
#ssLinks=KortVoorSchizophrenieStijlLinks
Wie zei dat Willem Waterman alles verzon?!
De Verwarringsdeskundige
17 subscribers
25 views Jul 4, 2023
Wie zei dat Willem Waterman alles verzon?! Filmpje, gemaakt ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van het Bob Evers Genootschap, op basis van een artikel uit 1944 in de foute krant De Gil, door Willem Waterman, later bekend als Willy van der Heiden, pseudoniemen van Willem van den Hout (de schrijver van de Bob Evers boeken).
Yetti Sanders werkt al jaren als
journaliste. Op een dag krijgt ze
echter een opdracht van haar
redacteur waarvan noch zij, noch
de redacteur goed weten of het
om iets serieus gaat of dat iemand bezig is om een bizarre grap
uit te halen. Eén en ander berust op een artikel dat in juni 1944
in de krant ‘De Gil’ was te lezen.
Het is de bekende en ietwat excentrieke professor Borghesius,
expert op het gebied van de cybernetica, die de redactie heeft
benaderd met de mededeling dat hij de hand heeft weten te
leggen op iets buitengewoons wat meer dan geschikt is voor
publicatie. Als Yetti op pad gaat en de professor interviewt,
wordt duidelijk dat het niet om een verzinsel ging zoals zij en
de redacteur in eerste instantie dachten...
Met (in order of appearance):
John Beringen als redacteur
Christine Hazelbag als Yetti Sanders
Bart van Dekken als passant
Ronald Oudman als professor Borghesius
Figaro Antonio en Bert Bijl als rioolwerkers
Regie: John Beringen
foute willem fans die grappig doen wil ik niet onbeantwoord laten:
dank jullie wel ... errug grappig ... eindelijk weet ik de oorsprong van iets wat ik van ouders overnam maar nooit onderzocht ........... en mijn 'stapje opzij' taktiek werd pas op mijn 62ste een probleem toen ik besloot lang genoeg bij hen stil te staan om inplaats van een flits en vonk in en door vele levens 'op de korrelbaar' te worden ... of in dit geval 'beknijpflesbaar' [een zo goed als nieuwe buur blijkt gluipheks die ik het niet presteerde van vergiftiging te verdenken als de espalier 'james grieves' die ik voor 49 euro naast mijn voordeur wist te planten, waar ze bezwaar tegen had gemaakt, plots ernstig ziek word].
Deze bioleninistin van allerhoogste rang verstoutte zich [daarna en mede daardoor, maar vooral door de al veel eerder mijn leven op zijn kop zettende roddelaktie], ook mij, indirect KLEUR[x2, via Urgje figuur die ze ook misbruikte om de zorgpornSexNor, ik bedoel sektor van vers vlees te voorzien, haar eigen wel te verstaan, zag haar gister nog met het volzorg schepseltje schuifelen - dat doet ze dan toch maar ... mistens een paar keer per kwartaal]/KLEUR, via weerloos, dagenlang dankbaar bewaterd stoepsteenspleetkruid .. een beroemd geneesplantje dat als dendie kendiekleurbolzwevert onbekend staat, te vergiftigen.
groet ... uw toegewijde rioolluchtpers[VanDePersPoederPootOFraGeur]